Werk-in-uitvoering-schop

Kansen voor unieke natuurontwikkeling

Het Greveschutven is onderdeel van Natura 2000 en ligt in het natuurgebied Valkenhorst in Valkenswaard. De staat van instandhouding van dit type ven en van zeldzame soorten is niet optimaal. Er is nu een kans om unieke en omvangrijke natuur te ontwikkelen en te herstellen. Daarom voeren we tussen eind 2019 en begin 2022 herstelmaatregelen uit. Op deze pagina leest u daar meer over.

Natuurwaarden en knelpunten

Het Greveschutven ligt op de overgang van het Dal van de Tongelreep naar de Groote Heide. Naast deze natuurlijke landschappelijke gradiënt (overgang) levert ook het menselijk gebruik een belangrijke bijdrage aan de soortenrijkdom van het ven. Het Greveschutven werd al sinds 1900 gebruikt voor de kweek van vis. Daarvoor wordt water van de Tongelreep in het ven gelaten. Sinds 2000 is de intensieve viskweek gestaakt, wel wordt er nog steeds water ingelaten vanuit de Tongelreep.
De bijzondere natuurwaarde van het Greveschutven uit zich in het voorkomen van onder andere de broedvogels roerdomp en woudaap, gevlekte witsnuitlibel, heikikker en de plantensoorten klein en plat blaasjeskruid, draad- en snavelzegge, beenbreek en duizendknoopfonteinkruid.

Het Greveschutven is onderdeel van het Natura 2000-gebied Leenderbos, Groote Heide & De Plateaux. De staat van instandhouding van dit type ven (zwakgebufferd ven, habitattype H3130) en de genoemde zeldzame soorten is niet optimaal in het Greveschutven. Populaties van libellen nemen af of soorten verdwijnen zelfs. Daarnaast heeft zich in de loop der tijd een sliblaag ontwikkeld op de bodem van het ven, die gemiddeld 20 cm dik is en plaatselijk tot wel 70 cm. Deze knelpunten zijn ontstaan door verdroging van het ven en door teveel stikstof dat uit de lucht neerdaalt in het gebied.

Hoe


[1] Bos verwijderen ten zuidoosten van het Greveschutven
Om kwelwater (water van zeer goede kwaliteit uit diepe ondergrondse lagen) weer de ruimte te geven, zijn bomen gekapt. Zo komt het kwelwater weer aan het oppervlak en in het ven, in plaats van dat bomen het onttrekken. Bomen verdampen veel water via hun bladeren en naalden. Minder bomen rond het ven zorgt dus voor meer water in de bodem. Met deze maatregel zullen delen van het ven niet meer droogvallen en verbetert de waterkwaliteit. Dit draagt bij aan het hydrologisch herstel.

Kap van bomen is ook nodig om het oorspronkelijke heidegebied weer terug te brengen. Het landschap vormt dan meer een eenheid en het ven ligt niet meer geisoleerd in een bosgebied. De ecologische kwaliteit neemt hierdoor aanzienlijk toe.

Waarom herstelmaatregelen

De maatregelen die genomen worden, komen voort uit de PAS-gebiedsanalyse (Programma Aanpak Stikstof) en het Natura 2000-beheerplan. Het doel is om het Natura 2000-habitattype ‘zwakgebufferd ven’ en soorten als duizendknoopfonteinkruid, speerwaterjuffer en heikikker te behouden en te herstellen. In het plan wordt nadrukkelijk rekening gehouden met het landschap (overgang beekdal - heide) en de cultuurhistorie (inlaten van water en gebruik van voormalige visvijvers). Zonder maatregelen leidt de stikstofdepositie tot schade aan deze instandhoudingsdoelen van Natura 2000. De maatregelen pakken de effecten aan die stikstofdepositie heeft op de natuur. 



Grenzend aan het Natura 2000-gebied liggen voormalige landbouwgronden die vrijgekomen zijn (Achtereinds Laag). Deze gronden worden ingericht tot natuur (één van de hieronder beschreven maatregelen), waardoor het effect van de maatregelen die ín het Natura 2000-gebied genomen worden, vergroot wordt. Hiermee wordt het Natura 2000-gebied als geheel robuuster. Deze nieuwe natuur vormt een buffer tussen bestaand landbouwgebied en het Natura 2000-gebied. Zo is er minder vermesting van het grondwater dat in het Greveschutven terecht komt en wordt het grondwater beter vastgehouden in het ven en de directe omgeving ervan.


[2] Boscompensatie
De kap wordt gecompenseerd door nieuwe bomen te planten in de omgeving, zoals aan de noordzijde van het Greveschutven (Achtereinds Laag). Dit wordt later in het project uitgevoerd.





 

[3] Dempen van sloten en grepels
Aan de zuidzijde van het Greveschutven liggen veel sloten en greppels. Dit werkt sterk ontwaterend en daarom worden ze gedempt. Ook dit is een maatregel om hydrologisch herstel mogelijk te maken. De stukjes hoogveenbos die hier liggen, worden bewaard; dat is een weinig voorkomend bostype.

[4] Aansluiten van bestaande laagte op venoevers
Aan de zuidzijde van het ven ligt een laagte. Deze is enkele jaren geleden aangelegd. Tussen de laagte en het ven ligt een kade. Deze wordt op enkele plaatsen doorbroken en in het midden wordt een eilandje behouden. Dit draagt bij aan het completeren van het vochtige heidelandschap rondom het Greveschutven. Het ven krijgt hiermee de oorspronkelijke flauwe oeverlijn weer terug.


[5] Baggeren van het ven
 
De voedselrijke sliblaag op de bodem van het Greveschutven wordt verwijderd. Hiervoor is het nodig het ven deels droog te zetten. Dat wordt gedaan door stuwen open te zetten en het water via een aansluitende vijver naar de visvijvers te leiden. Het Greveschutven loopt dan leeg en de aanwezige vissen gaan ook mee. Deze methode werd vroeger (in de periode van intensieve viskweek) ook toegepast. Een‘baai’ aan het ven wordt voorzien van een tijdelijke dam, zodat hier wel water in blijft staan. Bestaande natuurwaarden op die plek, zoals de aanwezigheid van libellen, blijven daardoor beschermd.

Als het ven gedeeltelijk droog staat, wordt ook een deel van het wilgenstruweel verwijderd. Dit zorgt voor een geleidelijke overgang van het water naar de heide. Bovendien krijgt kwelwater meer kans om aan het oppervlak te komen (uittreden).  


[6] Inrichting Achtereinds Laag

Aan de noordzijde van het Greveschutven ligt een voormalig landbouwgebied, het Achtereinds Laag. Brabants Landschap heeft het gebied al heel lang in eigendom. Het was tot nu toe in gebruik bij boeren uit de omgeving en werd grotendeels vanuit het oogpunt van natuur beheerd. Het gebied wordt nu verder omgevormd naar waardevolle natuur. Daarvoor worden watergangen gedempt en een historische laagte (een soort ven) wordt weer uitgegraven. Op de lage delen komt vochtige heide en vochtig hooiland. De drogere graslanden worden na de inrichting weer begraasd door koeien van boeren uit de omgeving. Er worden houtsingels met boomvormers aangeplant en er komt een meer gevarieerde overgang naar het bos. In het noordelijk deel van het Achtereinds Laag komen ook een wandelpad en een uitzichtpunt.

Deze omvorming van landbouwgrond naar natuur zorgt ervoor dat het Natura 2000-gebied robuuster wordt. Het effect van de maatregelen die in het Natura 2000-gebied genomen worden (in en om het ven), worden aanzienlijk vergroot. Immers, deze omvorming zorgt voor meer grondwaterinvloed in het ven en het terugdringen van verdroging.

Vragen? Neem contact op

Lizette Koekkoek_LR
Lizette Koekkoek
Projectleider

Partners

Cookies

Brabants Landschap gebruikt cookies om bijvoorbeeld de website te verbeteren en te analyseren, voor social media en om ervoor te zorgen dat je relevante content te zien krijgt. Als je meer wil weten over deze cookies, raadpleeg onze Cookie policy. Bij akkoord op deze cookie policy geef je Brabants Landschap toestemming voor het gebruik van optimale cookies op onze website. Klik op “Instellingen aanpassen” om je voorkeuren te wijzigen. Als je meer wil weten over hoe wij omgaan met je persoonsgegevens, raadpleeg dan onze Privacyverklaring

Cookies accepteren Instellingen aanpassen