Te veel stikstofneerslag is slecht voor de natuur. Daarom is in de natuurbeschermingswet vastgelegd dat er een natuurvergunning nodig is voor activiteiten waar stikstof bij vrij komt. Tot 29 mei 2019 was toestemming daarvoor gebaseerd op het landelijke Programma Aanpak Stikstof (PAS). De Raad van State heeft het PAS echter ongeldig verklaard.
Stikstofaanpak in Natura-2000 gebieden
Natuurherstelmaatregelen en bronmaatregelen gaan echter gewoon door. Deze maatregelen zijn noodzakelijk voor het behoud, het herstel en het voorkomen van verdere achteruitgang van de natuur. Ook in de gebieden van Brabants Landschap worden natuurherstelmaatregelen uitgevoerd. Voorheen werden dit 'PAS-maatregelen' genoemd.
Waar
In onderstaande gebieden voert Brabants Landschap natuurherstelwerkzaamheden uit. (Tussen haakjes staat de link naar meer informatie over het (grotere) Natura2000-gebied.)
- Regte Heide en Riels Laag (Regte Heide en Riels Laag)
- Landschotse heide, Dal van de Groote Beerze, Neterselse heide, Roovertse heide (Kempenland-West)
- Leemkuilen, De Brand (Loonse en Drunense Duinen & Leemkuilen)
- Borgvlietse Duinen, Zoomland (Brabantse Wal)
- Oude Hondsberg, Nemerlaer Zuid (Kampina & Oisterwijkse Vennen)
- Valkenhorst, Groote Heide, Heezerven (Leenderbos, Groote Heide & De Plateaux)
- Braakhuizensche Heide, Herbertusbossen (Strabrechtse Heide & Beuven)
Wat
De neerslag van stikstof is slecht voor de natuur. De variatie en biodiversiteit gaat daarmee achteruit. Er zijn twee gevolgen die kunnen optreden als er teveel stikstof in de natuur terecht komt:
- enkele plantensoorten kunnen gaan overheersen, ten koste van zeldzame soorten
- er kan een tekort aan mineralen ontstaan voor planten en dieren.
Stikstof is een meststof die er voor zorgt dat (planten)soorten die van voedselrijke omstandigheden houden, gaan overheersen. Vooral in natuurgebieden die van nature voedselarm zijn, is dit erg problematisch. Daarnaast zorgt een teveel aan stikstof ervoor dat noodzakelijke mineralen, zoals calcium en magnesium, oplossen in de bodem. De mineralen spoelen uit naar het grondwater en zijn niet meer beschikbaar voor de planten en dieren die ze nodig hebben.
Veel van bovenstaande gebieden van Brabants Landschap zijn (van oorsprong) voedselarme heidegebieden. Voedselrijkdom in heidegebieden leidt tot het vergrassen en verbossen van de heide. Er groeit steeds meer gras (vooral pijpenstro) en boompjes (vooral den en berk) op de heide. Het gras en de boompjes verdringen de heideplanten en de biodiversiteit gaat achteruit. De karakteristieke heidekruiden, zoals klein warkruid, stekelbrem en tormentil zijn door de uitspoeling van mineralen al grotendeels verdwenen. Heidegebieden zijn bijzonder. Ze zijn daarom ook opgenomen in Natura 2000, een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. Ook de vennen op de heide hebben te lijden onder te veel stikstof. Snelgroeiende grassen winnen het van de kwetsbare oevervegetaties en het venwater verzuurt.
In de heidegebieden worden veel dezelfde herstelmaatregelen toegepast. Hieronder staan enkele werkzaamheden toegelicht. In de fotogalerij onder aan de pagina kunt u zien hoe die maatregelen er uit zien.
Onderstaande werkzaamheden zijn beheergerelateerd. Het is een aanvulling op het reguliere beheer, zoals extra maaien, plaggen of begrazen. Maar er worden ook grotere herstelwerkzaamheden uitgevoerd, zoals een herinrichting van een beekdal of veranderingen aan de waterhuishouding om verdroging van de gebieden te voorkomen. Voorbeelden hiervan zijn werkzaamheden aan het Greveschutven en Slootjesven en Meerlomeer.
Herstelmaatregelen in gebieden van Brabants Landschap
- Opslag verwijderen
Een veelvoorkomende maatregel is het verwijderen van opslag (jonge opkomende boompjes) in heidegebieden en langs vennen. Afhankelijk van de grootte van de bomen wordt er gemaaid, begraasd of gekapt.
- Begrazen
Een manier om de heide en de vennen in stand te houden, is het laten begrazen van de heide en de venoevers. Het is een reguliere beheermaatregel. Dat wil zeggen dat sowieso voor het behoud van de heide vaak begraasd wordt. Maar in het kader van de stikstofaanpak is extra geld beschikbaar om méér en váker te begrazen. Met name schapenbegrazing wordt hiervoor ingezet. De schapen verblijven op sterk vergraste stukken binnen een flexibele afrastering, zodat ze hier het gras extra intensief afgrazen. Op plekken waar de bodem erg ongelijk is, wordt begrazing ook wel ingezet als alternatief voor maaien.
- Plaggen
Om variatie te houden in de leeftijd en hoogte van de heide, worden gedeeltes van de heide geplagd. Zo ontstaat een pionierssituatie, waarbij naast heide ook andere planten de kans krijgen te ontkiemen. Het plaggen wordt bij voorkeur op sterk vergraste plekken uitgevoerd. Deze maatregel vindt vooral plaats op de armste 'stuifzandheiden', waar open zand van nature deel uit maakt van de heide. Ook wordt geplagd langs venoevers, waar veel plantensoorten afhankelijk zijn van kale grond.
- Chopperen
Chopperen is een vorm van verdiept maaien of van ondiep plaggen, afhankelijk van de diepte waarop de machine wordt afgesteld. Bij chopperen blijft de strooisellaag aanwezig, waardoor niet alle essentiële voedingstoffen verwijderd worden. Chopperen vindt vooral plaats op droge en vochtige heide en in venachtige laagtes waar op de dichte strooisellaag water kan blijven staan.
- Maaien en afvoeren
Deze maatregel kan genomen worden op heidevelden, maar wordt ook veel toegepast in graslanden. Bijvoorbeeld blauwgraslanden, die alleen voorkomen op zeer voedselarme, natte gronden. Door extra te maaien en het maaisel af te voeren, kan een teveel aan voedingsstoffen (zoals stikstof) verminderd worden.
- Toedienen mineralen
Om het tekort aan essentiële mineralen te herstellen is het soms nodig ze opnieuw toe te dienen. Dit kan gebeuren in de vorm van kalk. Dat is een voedingsstof die onmiddellijk door de wortels van planten kan worden opgenomen. Maar er wordt ook gebruik gemaakt van steenmeel. Steenmeel is gemalen gesteente dat een breed scala aan mineralen bevat. In tegenstelling tot bijvoorbeeld kalk is dit niet direct beschikbaar voor plantenwortels. Steenmeel zal eerst opneembaar gemaakt moeten worden. Dit gebeurt door natuurlijke chemische reacties in de bodem en door bacteriën. Kalk wordt vooral gebruikt om zuurpieken af te vlakken die bij het plaggen ontstaan. Steenmeel wordt toegepast om op ecosysteemniveau mineralen terug in het systeem te brengen, zodat ze langdurig aanwezig blijven.
Achtergrondinformatie over deze herstelwerkzaamheden
Planning
In 2019 zijn veel natuurherstelwerkzaamheden in de terreinen van Brabants Landschap gestart. Het zijn maatregelen die doorlopend (t/m 2027) uitgevoerd worden of regelmatig terugkeren. Ook onderzoeken, zoals bodem- of vegetatieonderzoek, kunnen onder de werkzaamheden voor natuurherstel vallen. Met de resultaten van de onderzoeken wordt bepaald welke maatregelen genomen kunnen worden.
Tijdlijn
Over Brabants Landschap
Brabants Landschap beheert 19.000 hectare bos, heide en vennen, maar bijvoorbeeld ook landgoederen, boerderijen, forten en kastelen. Daarmee zorgen we ervoor dat onze eigen, prachtige provincie Noord-Brabant, met haar diversiteit aan landschappen, nog het thuis is van vele vrij levende planten- en diersoorten. In méér dan 100 gebieden verspreid over Brabant kun je nog in rust genieten van al het moois wat natuur, landschap en erfgoed ons te bieden heeft. Daarnaast zet Brabants Landschap zich in voor behoud, herstel en ontwikkeling van de biodiversiteit buiten de beschermde natuurgebieden, samen met duizenden vrijwilligers, particulieren en boeren.
Schrijf je in voor onze nieuwsbrieven
Wil je op de hoogte blijven van het laatste nieuws, onze werkzaamheden, leuke activiteiten, cultuur- en natuurweetjes en vrijwilligerswerk bij Brabants Landschap? Meld je dan aan voor onze nieuwsbrieven op het gebied van terrein, -landschap en soortenbeheer.